Aanbidding is de juiste relatie tussen een Schepper en Zijn schepsel. Het is de juiste houding van ons als geschapen wezens ten opzichte van God, onze Schepper.
Prediker 12:1
“Denk aan uw Schepper in de dagen van uw jeugd.”
Als we aanbidden, nemen we 1) onze positie in van geschapen wezens. En 2) nemen we God aan in Zijn positie over ons als Schepper.
Deze daad breekt de eerste leugen van de duivel dat we onze eigen goden zouden kunnen worden, waarmee we God Zelf vervangen. Wat een illusie voor een geschapen wezen te denken dat hij niet geschapen is! Wij mensen zijn misleid als we denken dat we een zelfgeschapen wezen zijn of een zelf ontwikkelende eenheid door onafhankelijke krachten van de natuur. Wat een bedrog voor een geschapen wezen te denken dat er geen schepper is!
Romeinen 1:25
"Ze hebben de waarheid van God vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper.”
Het menselijk ras geeft toe aan die verleiding omdat we niet iemand “boven” ons willen. Als we aanbidden, zeggen we: “Ja er is iemand boven mij.” Het een of het ander is een waandenkbeeld. Als er geen God is, dan is aanbidden het meest gestoorde en zelfgenoegzame dat een mens kan doen. Als God echt is, dan zou iedere activiteit die niet een hart van aanbidding laat zien een illusie.
We aanbidden in Yeshua’s (Jezus’) naam doordat de Heilige Geest in ons woont. Als er een manier was om binnen te komen in deze persoonlijke omgang met God door een of andere religieuze vorm, of traditioneel Judaïsme, Christendom of Islam, dan maken we alleen maar onszelf tot dwazen. Hoewel, als ware aanbidding door Yeshua komt en de inwoning van de Heilige Geest, dan zijn zij de dwazen die door alle soorten religieuze rituelen gaan zonder een echte relatie met de levende God aan te gaan.
God wil dat wij Hem aanbidden in Geest en waarheid (Johannes 4:23-24). Als God werkelijk is, dan is aanbidding niet onredelijk, maar redelijk. Dit is onze redelijke aanbidding.
Romeinen 12:1
"Wijdt uw lichamen als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk; dat is uw redelijke aanbidding.”
Aanbidding is wat een geschapen wezen doet; dat is wat hij geeft aan zijn Schepper. Aanbidding zet je niet alleen in de juiste positie als geschapen wezen, het zet ook God in de juiste positie als jouw Schepper. Als jij gaat aanbidden (doen wat je geacht wordt te doen als geschapen wezen), Dan gaat God doen wat Hij geacht wordt te doen als jouw Schepper (beschermen, voorzien, heiligen, kracht geven). God gaat nieuwe dingen scheppen in je leven – dimensie van het koninkrijk van God in jouw innerlijke mens (Romeinen 14:17, Efeze 4:24).
Als je de Schepper plaatst boven jou, dan plaatst Hij de schepping onder jou. Als Hij boven je hoofd is in aanbidding, dan is het territorium van de schepping onder je voet. Wij worden niet geacht alleen maar schepsels te zijn, maar halverwege tussen de twee (Genesis 2:7). Van ons wordt verwacht dat we Gods beeld zijn naar de rest van de schepping. (Genesis 1:26).
God is geest en Hij schiep een fysieke wereld. Er is een verbinding, een parallel tussen het geestelijke en het fysieke. Uiteindelijk zullen de twee samenkomen in één (Zacharia 14:9, Efeze 1:10).
God heeft een droom. Op een dag zal Zijn droom gerealiseerd zijn op fysiek terrein. We noemen dat het koninkrijk van God.
Ezechiël zag een rivier in een geestelijk visioen (Ezechiël 47). Het is een geestelijke rivier. Op een dag zal dat visioen vlees aannemen en er zal ook een natuurlijke rivier zijn.
In Lukas 1:10, offerde Zacharias reukoffer op dezelfde tijd waarop de heiligen hun gebeden offerden. Op dat moment gingen het fysieke en het geestelijke samen. Er waren andere tijden dat het reukoffer geofferd werd in de tempel zonder de gebeden. In Openbaring 8:3 werden de gebeden geofferd als reukwerk, zonder het reukwerk zelf.
Als we aanbidden en profeteren, staan we als een brug tussen de geestelijke wereld en de fysieke. We hebben een fysiek lichaam, maar we kunnen ook gevuld zijn met de geest van God. Als we gevuld zijn met de Geest, zijn we zowel fysiek als geestelijk. We maken deel uit van beide terreinen.
God, de geestelijke Schepper, schiep de fysieke wereld door Zijn woord. Als wij aanbidden, dan vult Zijn Geest ons. Als wij profeteren, spreken wij Zijn woorden. We worden een fysieke woonplaats voor Zijn Geest; we worden een fysieke mond voor de geestelijke woorden van God.
God schiep de natuurlijke eerste schepping zonder ons. Hoewel, Hij wenste dat de nieuwe schepping van de wereld een coöperatief project zou worden van Hem en Zijn kinderen.
De woestijn zal bloeien als een roos. In Israël zien we zoveel woestijn. Maar de droom van God is dat dit gebied zal worden als de Hof van eden. Dus spreken wij woorden van Gods droom over dit woestijnachtige land. Wij spreken van rivieren met levend water en een vernieuwing van de Hof van Eden over deze droge en vaak geestelijk onvruchtbare plaats.
We spreken Gods droom. We spreken Zijn woorden. Het zal gebeuren. Het is zelfs nu aan het gebeuren. Als we Gods woorden spreken, dan begint Zijn droom over deze plaats werkelijk te worden, “huid en pezen.” Yeshua Zelf was Gods droom en Gods woord dat vlees geworden is (Johannes 1:14). Hij werd tot fysieke belichaming geprofeteerd door generaties van Hebreeuwse profeten (Johannes 1:45).
We staan vandaag in hun plaats. We aanbidden om vervuld te worden met de Geest en verbinden ons hart met God in liefde. We profeteren om de woorden van Zijn droom te spreken, en roepen het in aanzijn, waarbij we het koninkrijk van God belichamen en deelnemen aan de nieuwe schepping.