top of page
Writer's pictureAsher Intrater

Als Mijn Volk


Een van de grootste gebeden voor ieder land is te vinden in II Kronieken 7:14:


וְיִכָּנְעוּ עַמִּי אֲשֶׁר נִקְרָא־שְׁמִי עֲלֵיהֶם וְיִתְפַּלְלוּ וִיבַקְשׁוּ פָנַי וְיָשֻׁבוּ מִדַּרְכֵיהֶם הָרָעִים וַאֲנִי אֶשְׁמַע מִן־הַשָּׁמַיִם וְאֶסְלַח לְחַטָּאתָם וְאֶרְפָּא אֶת־אַרְצָם


Als Mijn volk, waarover Mijn naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ik vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen.


Om te helpen ons geloof in het effect van dit gebed krachtiger te maken, laten we eens kijken naar de context en de historische achtergrond.


Het woord voor onderwerpen kan ook vertaald worden als vernederen of overgeven. Het houdt zeker in onder autoriteit komen en gehoorzamen. Het is het tegengestelde van rebellie.


Deze belofte werd door God gegeven aan Salomo tijdens de inwijding van de Tempel in Jeruzalem. In die tijd waren er twee locaties voor de twee “tenten”: de tabernakel van Mozes was in Givon en de tent van David was op de Berg Sion. (II Kronieken 1:3-4)


In de periode van de Richteren werd te tabernakel geplaatst in de dorpen aan de noordkant van Jeruzalem: Rama, Silo, Bethel en Givon. (Mijn familie had het voorrecht twee jaar in Givon te wonen in de negentiger jaren.)


Bij de wisseling in leiderschap tussen Eli en Samuel werd de ark uit de tabernakel gehaald om naar de oorlog meegevoerd te worden. Hij was meegenomen door de Filistijnen en keerde op een bovennatuurlijke manier terug naar Israël, eerst naar Beit Shemesh en toen naar Kiryat Yearim, aan de westkant van Jeruzalem. (Wij woonden ook zowel in het gebied van Beit Shemesh als van Kiryat Yearim, beide enkele jaren.)


David bracht de ark toen naar de Berg Sion en bouwde er een nieuwe tent voor. In het begin van de regering van Salomo waren de tabernakel van Mozes en het grote altaar in Givon; en de ark van het verbond stond in de nieuwe tent van David. De Berg Sion is minder dan een kilometer van de Berg Moria, waar Salomo de Tempel bouwde.


In het begin van zijn regering ging Salomo naar Givon om te bidden. Daar kreeg hij zijn beroemde visioen van de Heer en ontving wijsheid om te regeren in gerechtigheid en de Tempel te bouwen. (II Kronieken 1:7) Toen de tempel gebouwd was, was er een achtdaagse wijdingsplechtigheid gedurende het Loofhuttenfeest. (II Kronieken 7:9-10)


Toen de Tempel klaar was en de ark geplaatst tussen de cherubim, leidde een team van 120 Levieten aanbidding en de wolk van heerlijkheid vulde de Tempel (II Kronieken 5:14). Toen knielde Salomo voor het volk, spreidde zijn handen uit naar de hemel en bad (II Kronieken 6:13).


Hij bad dat de mensen naar de Tempel zouden komen in smeekbeden (II Kronieken6:21). Hij stelde een leefwijze op voor individuelen en voor de natie Israël als geheel en voor mensen in andere landen om zich te richten op Jeruzalem in gebed. (Interessant, Joodse synagogen over de hele wereld zijn naar Jeruzalem gericht; Moslims over de wereld knielen richting Mekka; de meeste Christenen zien zichzelf op het hemelse Jeruzalem gericht in hun hart.)


Er was een onderliggend thema in de gebeden van Salomo. Hij bad tot God om alle problemen die het volk tegenkwamen op te lossen. Ieder probleem in gezondheid, in de economie, in de landbouw, op militair gebied en ieder ander gebied dat werd gezien als resultaat van straf of zonde. Als de mensen zich zouden bekeren van hun zonden, zou God hun zonden vergeven en de straf wegnemen. Op die manier zou ieder probleem opgelost zijn.


Misschien denken sommigen dat die benadering van gebed te simplistisch is, misschien zelfs primitief, of bekrompen. Hoewel, toen Salomo zijn gebed beëindigde, kwam er vuur uit de hemel en verbrandde het offer op het altaar; de wolk van glorie vulde de tempel voor de tweede keer. (II Kronieken 7:1) Dat toonde Gods bevestiging van het gebed en dat Zijn kracht vrijkwam om het gebed te verhoren.


In de nacht, na dat gebed en de uitstorting van vuur, verscheen de Heer voor een tweede keer aan Salomo! (II Kronieken 7:12) Het was in dat tweede visioen na de tweede uitstorting, dat God Salomo dit gebedsadvies gaf. Op de een of andere manier is het een samenvatting van het hele Tempel systeem van gebed.


In de context, het woord “Mijn volk” betekende in die tijd het volk van Israël. Sinds de komst van de Messias zijn de beloften van God uitgebreid naar iedereen in elke natie, die gelooft in Hem en God aanroept in Zijn naam (Galaten 3:14).


Daarom kan het uitverkoren volk van God bidden volgens de principes van geloof die God aan Salomo gaf. Deze gebedsinstructie van God bevat een belofte om te genezen en herstellen voor iedere natie.


Moge ik ons allen aanmoedigen om dit gebed vurig, ijverig en urgent te bidden over onze families, gemeenschappen en landen? Laten we geloven in dezelfde resultaten: de vergeving van zonden, de uitstorting van de kracht van de Heilige Geest en de genezing van onze landen!

bottom of page