Tikkun Global
Jerusalem, Israel
Op een dag moeten we verantwoording afleggen voor God over wat we gedaan hebben in dit leven, goed of slecht (Mattheüs 25:31; Romeinen 2:5; II Korinthe 5:10; Openbaring 20:12). Menselijke wezens hebben een vrije wil en een moreel geweten. Vrije wil betekent dat wij verantwoordelijkheid hebben; moreel geweten betekent dat God ons gemaakt heeft om in staat te zijn onderscheid te maken tussen goed en slecht. Deze twee samen betekenen dat we morele verantwoordelijkheid hebben.
Goed en kwaad zou moeten zijn “geschreven in ons geweten” (Romeinen 2:15). Hoewel, ons geweten is misvormd door slechte invloeden. Daarom gaf God ons de volmaakte morele wet in de Bijbel: eerst in de Tora, met name de Tien Geboden; dan de Profeten, Geschriften en tenslotte het Nieuwe Testament. Ons geweten moet opnieuw geijkt worden naar de universele morele wetten, gevonden in de Bijbel. Moreel geweten moet overeenkomen met de morele wet. De “Tora” van de volledig Bijbelse morele openbaring is beloofd geschreven te worden in ons hart in het Nieuwe Testament (Jeremia 31:33).
Een jonge man vroeg eens Yeshua wat hij moest doen om het eeuwige leven te ontvangen. Yeshua antwoordde hem eenvoudig en direct om vijf van de Tien Geboden te houden (Exodus 20), plus de Koninklijke Wet van Liefde (Leviticus 19).
Pleeg geen moord; pleeg geen overspel; steel niet; leg geen vals getuigenis af; toon eerbied voor uw vader en moeder; en ook: heb uw naaste lief als uzelf. – Mattheüs 19:18-19.
Deze wetten zijn buiten “religie”, of het nu Christendom, Judaïsme, of Islam is. Ze zijn universeel en moreel. De wereld zinkt diep in het terrorisme, seksuele perversie, corruptie en rebellie. Het Islamitisch Jihadisme breekt bijna alle Tien Geboden – daarom kan het niet beschouwd worden als geloof in de God van de Bijbel.
Sommige Ultra - Orthodoxe Joden weigeren te dienen in het Israëlisch leger, gelijk aan het veroorzaken dat anderen sterven in hun plaats; velen betalen geen belasting maar vragen de regering subsidies gefinancierd door degenen die belasting betalen; de meesten beweren ten onrechte dat rabbijnse tradities bevolen zijn door God. Anderen beschouwen hun Heiden “buren” als racistisch onrein.
Sommige onechte Christenen rechtvaardigen een leven van open zonden door te zeggen dat ze gered zijn door genade.
Hoe kunnen we onze eigen wrok, boosheid, roddel, lust, trots en gebrek aan respect rechtvaardigen? Zijn we meer toegewijd aan vermaak, plezier en comfort dan aan het dienen van God (II Timotheüs 3:1-5)? Laten wij naar waarheid en diep in ons hart tot inkeer komen, zodat we bereid zullen zijn verantwoording af te leggen voor ons leven voor God.
Image by wal_172619 from Pixabay
