Ons gezin heeft een zekere zegen door het hebben van “tweevoudig burgerschap” in Israël en de V.S. Dit heeft zekere voordelen. We hebben een paspoort voor beide landen; we kunnen stemmen in beide landen en we hebben een legale status in beide landen.
Het heeft ook zekere nadelen, zoals dubbel inkomstenbelasting, dubbele adressen, namen, identiteiten enzovoorts. Er is een verschil in cultuur, taal, wereldvisie, sociale standaard en gedragspatroon.
Soms voelt het alsof we het beste hebben van beide werelden; soms alsof we het slechtste van beide werelden hebben.
Maar hier schrijf ik over dubbel geestelijk burgerschap: hemel en aarde. Ik gebruik de VS versus het burgerschap van Israël gewoon als voorbeeld om de paradox te laten zien van het deel zijn van twee werelden.
Handelingen 22:28 – En de overste antwoordde: Ik heb dit burgerrecht voor een groot bedrag verkregen. En Paulus zei: Maar ik ben zelfs zo geboren.
Het woord voor burgerschap hier is politeia. Het wordt maar twee keer in deze vorm gebruikt in het Nieuwe Testament. Het is de wortel van diverse woorden, zoals “politiek” of “polis” – in de betekenis van “stad”. Hier betekent het gewoon burgerlijk burgerschap in een gevestigde natie.
De tweede keer gebruikt Paulus het om lidmaatschap te beschrijven in de oude Israëlische verbonds gemeenschap.
Efeze 2:12 – Dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.
Het woord “gemenebest” hier is ook politeia. Paulus heeft het idee van Romeins politiek burgerschap vergeleken met een hoger niveau van burgers zijn in het land Israël, inclusief die Bijbelse verbondsgemeenschap.
In vers 12 zegt hij dat alle heidenen uitgesloten waren van die gemeenschap. Maar dan in vers 19 zegt hij dat door het geloof in Yeshua als Messias, Koning van Israël, iedere gelovige in ieder land onderdeel kan worden van de verbondsnatie met dezelfde burgerschapsrechten.
Paulus bedoelt hier niet mee een vervanging van het etnische Israël. Hij vergroot het concept tot een groter Israël dat vele nationaliteiten omarmt als deel van het volk van God. Een gemenebest is een uitbreiding van het thuisland. Het is een heel passende beschrijving.
Efeze 2:19 – Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van der heiligen en huisgenoten van God.
Hier lanceert Paulus het idee van nog een stap hoger op de ladder. Het woord voor “medeburgers” is sumpolites. Het voegt het voorvoegsel “sum” of “sym” toe aan hetzelfde woord voor burger of burgerschap. Dit is nog een graadje hoger.
Ten eerste biedt het een gelijke status voor alle menselijke wezens in de oude Israëlische verbondsstaat. Ten tweede verwijst het naar alle heiligen, gelovigen van iedere etnische achtergrond, Jood of Heiden, om deel uit te maken van het huisgezin van God.
Dit is niet alleen medeburgerschap in Israël; dit is medeburgerschap in Gods eigen huis. We zijn gesprongen van het politiek Romeinse burgerschap naar het verbonds Israëlisch burgerschap naar het medeburgerschap in Gods huis.
Er is nog een “opwaardering” in je burgerschap. Deze is echt “eerste klas”.
Filippenzen 3:20 – Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus.
Geestelijk zijn wij burgers in de hemel. Het woord hier voor burgerschap is politeuma, wat niet alleen de staat betekent van burgerschap maar ook een soort gedrag dat samengaat met die staat. We hebben een hoger niveau van burgerschap en we worden geacht ons daarnaar te gedragen.
We moeten een hoger niveau van sociaal gedrag en morele waarden laten zien die passen bij iemand die een paspoort en stemrecht heeft in de hemel.
Laten we deze “ladder” van burgerschap op een rijtje zetten:
Politiek nationaal
Israëlisch verbond
Ecclesia internationaal
Goddelijk hemels
Deze vele dimensies van burgerschap hebben invloed op hoe we de politieke situatie zien in elk land. We maken allemaal deel uit van het politieke conflict in ons eigen land. Regeringen zijn in beroering over de hele wereld. Toch kijken we naar deze conflicten van een hoger geestelijk perspectief.
We onderwerpen ons aan onze regeringen (Romeinen 13:1). We bidden voor onze regeringen (I Timotheüs 2:2). We proclameren dat de regeringen van deze wereld op een dag overgenomen worden door het koninkrijk van de Messias (Openbaring 11:15). We geven de keizer wat des Keizers is en aan God wat van God is (Mattheüs 22:21). Uiteindelijk is de boodschap van ons evangelie er een die proclameert dat er een betere koning komt in een betere wereld.
Moge God ons ons genade geven en wijsheid te wandelen uit deze paradox van ons dubbele burgerschap, zowel op aarde als in de hemel!